Een transistor is een belangrijk onderdeel van elektronische schakelingen, omdat je hiermee de sterkte van elektrische signalen kunt regelen. De meeste transistoren hebben drie pinnnen, gate (stuursignaal), source (ingang) en drain (uitgang) of basis (stuursignaal), emitter (uitgang) en collector (ingang). Dankzij technische vooruitgang zijn de transistoren steeds kleiner geworden, zoals in een processor. De meeste hobbyisten gebruiken echter wat grotere transistoren, omdat je deze eenvoudiger zelf kunt monteren en meer vermogen kunnen schakelen.
Er zijn diverse soorten transistoren, waaronder.
Een transistor wordt gebruikt in alle apparaten waar geïntegreerde schakelingen zitten. Hierbij denk je in eerste instantie aan computers en laptops, maar ook veel huishoudelijke apparaten werken met transistoren. Je gebruikt de transistoren om de hoeveelheid stroom in de schakeling te regelen. Je kan hierdoor met een kleine stuurspanning grote spanningen en stromen schakelen. Door de gate of basis volledig in of uit te schakelen worden transistoren ook vaak als digitale schakelaar gebruikt.
Bij het kiezen van een transistor is het belangrijk om de juiste elektrische waarden te kiezen. Als er teveel stroom of spanning op de transistor staat, leidt dit overbelasting en zal het component doorbranden. Controleer daarnaast de gate spanning zodat de transisor aangestuurd kan worden met de aanstuur spanning. De 2n2222 is een multi-purpose transistor die met 5v aangestuurd kan worden en de irl540 mosfet werkt al met een stuurspanning vanaf 3,3v. Houdt tot slot rekening met de benodigde ruimte, de transistor moet wel in je installatie passen met een eventuele heatsink voor de warmte afvoer. Als alternatief zijn er ook kant-en-klaar transistor modules beschikbaar voor het schakelen van grote stromen en spanningen of het aansuren van een LED met een PWM signaal.